Ernstige tekorten aan vitamine D en folaat komen niet alleen voor bij langdurige schizofrenie, maar lijken al vanaf het begin van de ziekte te bestaan. Hoe groter het tekort, des te slechter is de mentale gezondheid van jongeren met een psychose. Dat concluderen wetenschappers van Western Sydney University (Australië) in Schizophrenia Bulletin. Hoewel het slechts een van de vele factoren van invloed is, is het belangrijk om te erkennen dat voedingsdeficiënties zeker kunnen bijdragen aan de slechte fysieke en mentale gezondheid, die vaak wordt gezien bij jongeren met psychose.
Eerder onderzoek had al een sterke correlatie aangetoond tussen langdurige schizofrenie en verschillende voedingstekorten, waaronder vitamine B, C, D en E. Maar over het bestaan van voedingstekorten tijdens de eerste episode van psychose was nog weinig bekend. Daarom beoordeelden de wetenschappers in hun systematische review de bloedspiegels van zes vitamines (A, B12, C, D, E, en folaat) en tien mineralen (zink, magnesium, natrium, kalium, calcium, koper, chroom, ijzer, mangaan en selenium) bij 2.612 personen uit 28 studies. De bloedspiegels van 1.221 personen met een vroege psychose werden vergeleken met de bloedspiegels van 1.391 niet-psychiatrische controles.
Bij de personen met een vroege psychose werden significant lagere bloedspiegels voor vitamine D en folaat gevonden in vergelijking met de controles. Hoe ernstiger de tekorten waren, des te meer psychiatrische klachten bleken aanwezig. Hoewel de review geen of te weinig significante verschillen aantoonde voor andere vitamines en mineralen, kan het belang ervan niet worden uitgesloten. Daarvoor omvatte de review te weinig studies die deze voedingsstoffen bestudeerden. Daarom is het van groot belang bij jongeren met een psychose een gezond voedingspatroon te promoten.
Referentie:
Firth J, Carney R, Stubbs B et al. Nutritional Deficiencies and Clinical Correlates in First-Episode Psychosis: A Systematic Review and Meta-analysis. Schizophrenia Bulletin.