Meer flavonoïden verlaagt risico op dementie

FlavonoidenEen hogere inname van flavonoïdenrijk voedsel, zoals appels, bessen en (groene) thee, is geassocieerd met een lager risico op de ziekte van Alzheimer en daaraan gerelateerde vormen van dementie (ADRD). Dit zijn de resultaten van een nieuwe studie, gepubliceerd in de American Journal of Clinical Nutrition.

 
Flavonoïden zijn onderdeel van polyfenolen. Flavonoïden bevinden zich in vruchten en groenten zoals appels, peren, bessen, uien, groene thee, pure chocolade en rode wijn. Ze zijn geassocieerd met diverse gezondheidseffecten waaronder verminderde inflammatie.

 

In deze studie keken onderzoekers naar de flavonoïden-inname gedurende gemiddeld 19,7 jaar. Aan het onderzoek deden 2800 mensen mee van 50 jaar en ouder zonder ADRD. De gemiddelde leeftijd bij aanvang was 59,1 jaar, waarvan 52% vrouwen. De onderzoekers analyseerden de langetermijnrelatie tussen het eten van flavonoïdenrijk voedsel en het risico op ADRD. Ze maakten gebruik van gegevens van de Framingham Heart Study (FHS).

 

Voor het meten van de flavonoïden-inname maakten de onderzoekers gebruik van voedingsvragenlijsten die de deelnemers invulden tijdens een ongeveer vierjaarlijks medisch onderzoek. De onderzoekers deelden de deelnemers in naar de mate van flavonoïde gebruik: inname tot en met het 15e percentiel (lage inname), inname tussen het 15e-30ste percentiel, tussen het 30ste en 60ste percentiel en hoger dan het 60ste percentiel (hoge inname).

 

Een lage inname  stond voor: geen bessen, ongeveer 1,5 appel per maand en geen thee. Een hoge inname stond voor 7,5 schaaltje (240 ml)  bosbessen of aardbeien (anthocyanen) per maand, 8 appels en peren (flavonolen) per maand en 19 koppen thee (flavonoidenpolymeren) per maand. De ‘innametypes‘ werden gekoppeld aan het aantal nieuwe diagnoses van dementie later in het leven. Er is bij de analyse gecorrigeerd voor opleidingsniveau, BMI, rookgewoonten, lichamelijke activiteit en kwaliteit van de voeding.

 

Ze vonden dat een lage inname (15e percentiel of lager) van de drie flavonoïdentypes geassocieerd was met een hoger risico op ADRD vergeleken met de hoogste inname. Een lage inname van flavonolen (appels, peren en thee) was geassocieerd  met een twee keer zo hoog risico op ADRD. Een lage inname van anthocyanen (bosbessen, aardbeien en rode wijn) was geassocieerd met een vier maal zo hoog risico op het ontwikkelen van ADRD. Een lage inname van flavonoïden polymeren (appels, peren en thee) was geassocieerd met een twee keer zo hoog risico op ADRD.

 

Volgens de onderzoekers zijn thee en in het bijzonder groene thee en bessen goede bronnen van flavonoïden. De mensen die het meeste baat hebben bij het consumeren van meer flavonoïden zijn de mensen met de laagste inname. Het risico op ADRD begint te stijgen boven de 70 jaar. Het advies van de onderzoekers: “Als je de 50 nadert of net bent gepasseerd, zou je moeten overwegen om over te schakelen op een gezondere voeding, rijk aan flavonoïden.” Gezien het observationele karakter van de studie is er geen oorzakelijk verband aangetoond.

 

Referentie:
Shishtar, E., et al. Long-term dietary flavonoid intake and risk of Alzheimer disease and related dementias in the Framingham Offspring Cohort. The American Journal of Clinical Nutrition, 2020. https://doi.org/10.1093/ajcn/nqaa079

 

Bron: https://www.voedingsgeneeskunde.nl/node/4990

Comments are closed.