
Probiotica kunnen negatieve stemming verminderen bij gezonde jongvolwassenen. Dat blijkt uit een gerandomiseerde, dubbelblinde placebogecontroleerde studie van onderzoekers uit Leiden, recent gepubliceerd in npj Mental Health Research. Met behulp van dagelijkse stemmingsmetingen werd vanaf de tweede week van probioticagebruik een afname in negatieve stemming gemeten. Traditionele vragenlijsten, die alleen voor en na de interventie werden afgenomen, lieten geen significante veranderingen in stemming zien.
Dagelijks meten maakt het verschil
Aan het onderzoek deden 88 gezonde jongvolwassenen mee met een gemiddelde leeftijd van 22 jaar. Zij kregen vier weken lang dagelijks een probioticum met meerdere bacteriestammen of een placebo. Het probioticum bevatte onder andere bacteriën van de soorten Lactobacillus, Bifidobacterium en Lactococcus.
De deelnemers vulden voor en na de interventie psychologische vragenlijsten in en deden computertests om hun verwerking van emotionele signalen te meten, zoals het herkennen van gezichtsuitdrukkingen. Daarnaast hielden ze dagelijks bij hoe ze zich voelden en hoe hun ontlasting eruitzag. Hiervoor gaven ze op een schaal van 0 tot 100 aan hoeveel positieve en hoeveel negatieve gevoelens ze die dag ervoeren, en vulden ze de Bristol Stool Scale in, een schaal voor de vorm van de ontlasting. De dagelijkse stemmingsmetingen lieten een significante afname van negatieve stemming zien in de probioticagroep vanaf de tweede week. Er werd geen effect gevonden op positieve stemming of stoelgang.
Effect sterker bij risicomijdende deelnemers
De onderzoekers bekeken ook welke deelnemers het meeste baat hadden bij de probiotica. Uit aanvullende analyses bleek dat het effect op negatieve stemming het grootst was bij mensen die hoger scoorden op ‘risicomijding’, een psychologische eigenschap die geassocieerd wordt met piekeren en een verhoogde gevoeligheid voor negatieve gebeurtenissen. Deze kwetsbaarheid werd gemeten met de LEIDS-R-vragenlijst, een gevalideerd instrument om cognitieve vatbaarheid voor depressieve klachten in kaart te brengen.
Volgens de onderzoekers zouden probiotica mogelijk een preventieve rol kunnen spelen voor mensen met deze kwetsbaarheid, bijvoorbeeld om te voorkomen dat milde stemmingsklachten uitgroeien tot een depressieve stoornis.
Kansen voor toekomstig onderzoek
De onderzoekers concluderen dat veelgebruikte voor- en nametingen mogelijk onvoldoende gevoelig zijn om subtiele stemmingsveranderingen bij gezonde mensen op te sporen. Dagelijkse metingen kunnen volgens hen beter laten zien hoe mensen zich werkelijk voelen en zouden daarom vaker ingezet moeten worden in toekomstig onderzoek. De bevindingen van dit onderzoek dragen bij aan het groeiende bewijs dat darmbacteriën invloed kunnen hebben op het brein en de mentale gezondheid.
Referentie:
Johnson, K. V. A., & Steenbergen, L. (2025). Probiotics reduce negative mood over time: the value of daily self-reports in detecting effects. npj Mental Health Research, 4(1), 10.