Verband tussen kunstmatige zoetstoffen en lichaamsvet?

saccharinWetenschappers van de Universiteit van Minnesota vonden een verband tussen langdurig gebruik van aspartaam en sacharine, en een toename van vetopslag in de buik en het spierweefsel.

Als onderdeel van het lopende onderzoek Coronary Artery Risk Development in Young Adults (CARDIA) volgden de onderzoekers 3.088 mannen en vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 25,2 jaar. Gedurende 20 jaar onderzocht het onderzoeksteam hun voedselinname, waarbij ze speciale aandacht besteedden aan (kunstmatige) zoetstoffen. Deelnemers vulden gevalideerde vragenlijsten in over hun voedingspatroon aan het begin van de studie, na 7 jaar en na 20 jaar. Na 25 jaar gebruikten de onderzoekers CT-scans om de volumes van het viscerale, intermusculaire en onderhuidse vetweefsel van de vrijwilligers te bepalen.

Ze ontdekten dat langdurige consumptie van aspartaam, sacharine en dieetdranken gekoppeld was aan toegenomen vetopslag in de buik en de spieren. Daarnaast ontdekten ze dat de totale inname van kunstmatige zoetstoffen, sacharine, aspartaam en dieetdranken geassocieerd was met een hogere BMI, lichaamsgewicht en tailleomtrek, en een grotere stijging hiervan in de loop van het onderzoek.

Deze studie toonde aan dat de langdurige inname van zoetstoffen als totaal en van individuele kunstmatige zoetstoffen gerelateerd is aan grotere hoeveelheden lichaamsvet. Dit werd zelfs gevonden nadat rekening was gehouden met andere factoren, zoals de hoeveelheid en kwaliteit van de dagelijkse voeding. In combinatie met bewijs uit microbioom- en experimentele studies suggereren deze bevindingen dat alternatieven voor de nationale aanbevelingen om toegevoegde suiker te vervangen door kunstmatige zoetstoffen moeten worden overwogen. Verder onderzoek is gerechtvaardigd om de onderliggende mechanismen te onderzoeken en meer inzicht te krijgen in hoe voedingsgewoonten de metabole gezondheid beïnvloeden.

Referentie:
Steffen B T, Jacobs D R, Yi S Y, et al. Long-term aspartame and saccharin intakes are related to greater volumes of visceral, intermuscular, and subcutaneous adipose tissue: the CARDIA study. International Journal of Obesity, 2023

Bron: https://www.voedingsgeneeskunde.nl/node/6695

Comments are closed.