Vetpercentage bepalend voor lichamelijke activiteit?

KinderenHet lijdt geen twijfel dat lichaamsbeweging essentieel is voor lichamelijke en geestelijke gezondheid. Echter nieuw onderzoek laat zien dat lichamelijke activiteit zich anders manifesteert bij jongens dan bij meisjes. Bij meisjes leidt meer lichamelijke activiteit niet tot minder lichaamsvet. En bij jongens is hun vetpercentage bepalend voor de mate van lichamelijke activiteit.

De onderzoekers keken naar het verband tussen lichamelijke activiteit en het percentage lichaamsvet bij meisjes en jongens (6-14 jaar). De onderzoeksvraag luidde: “Leidt lichamelijke activiteit na verloop van tijd tot een lager vetpercentage of is het andersom; leidt een toename van het vetpercentage tot minder lichaamsbeweging?”

Een groep van 809 kinderen onderging elke twee jaar (in totaal vijf keer) vanaf hun zesde tot hun veertiende jaar een vetpercentage-meting. Verder werd hun lichamelijke activiteit bijgehouden met een bewegingssensor.

Hieruit bleek dat lichamelijke activiteit op jongens en meisjes een heel verschillende uitwerking heeft. Bij meisjes leidde meer lichamelijke activiteit niet tot minder lichaamsvet en lichaamsvet had geen effect op hun lichamelijke activiteit. Het omgekeerde was waar voor jongens. Een verhoogd vetpercentage leidde bij jongens twee jaar later tot minder lichamelijke activiteit op de leeftijd van 8, 10 en 12 jaar. Verhoogde lichamelijke activiteit had ook bij jongens geen effect op veranderingen in lichaamsvet, op één uitzondering na. Jongens die lichamelijk actiever waren op de leeftijd van 12 jaar hadden een lager percentage lichaamsvet op de leeftijd van 14 jaar. In een vroeger ontwikkelingsstadium was dit niet het geval.

De oorzaak van deze verschillen werd in deze studie niet onderzocht, maar de onderzoekers speculeren dat grote lichamen zwaarder zijn en meer inspanning vergen bij activiteit. De vraag is waarom dit bij de meisjes dan niet het geval was. De auteurs denken dat als jongens hun activiteitsniveau verlagen de impact groter is, omdat ze over het algemeen lichamelijk actiever dan meisjes. Het kan ook zijn dat meisjes eerder geneigd zijn te blijven bewegen als hun vetpercentage toeneemt, omdat uiterlijk voor meisjes belangrijker is.

Samenvattend vonden de onderzoekers een verband tussen lichamelijke activiteit, een zittende levensstijl en vetpercentage bij jongens, maar niet bij meisjes.

Referentie:
Zahl-Thanem, T., Wichstrøm, L., & Steinsbekk, S. Relations between physical activity, sedentary time, and body fat from childhood to adolescence: Do they differ by sex? International Journal of Obesity, 2022, 1-9.

Bron: https://www.voedingsgeneeskunde.nl/node/6134

Comments are closed.