Hoge choline-inname geassocieerd met verlaagd risico op dementie

De data voor de studie waren afkomstig van de Kuopio Ischaemic Heart Disease Risk Factor Study (KIHD). Bij de start van de studie (1984-1989), analyseerden de onderzoekers de leefstijlgewoonten en gezondheid van ongeveer 2500 Finse mannen tussen 42 en 60 jaar. Deze gegevens combineerden zij met gegevens over ziekenhuisopname, doodsoorzaak en vergoedingen voor medicatie gedurende een follow-up periode van 22 jaar.Vier jaar na de start van de studie ondergingen ongeveer 500 mannen testjes om hun geheugen en cognitieve vaardigheden te meten. Gedurende de 22 jaar follow-up ontwikkelden 337 mannen dementie. Bijzonder was dat het APOE-fenotype praktisch geen impact had op de associaties. Het APOE4-gen predisponeert voor de ziekte van Alzheimer. 

De genoemde studie liet zien dat het risico op dementie 28% lager is bij mannen met de hoogste inname van  fosfatidylcholine, vergeleken met mannen met de laagste inname. Ook scoorden mannen met de hoogste inname hoger in allerlei tests om geheugen en taalvaardigheden te meten. De totale choline-inname liet geen verband zien met het risico op dementie. De belangrijkste bronnen van choline waren eieren (39%)en vlees (37%).  De gemiddelde totale choline-inname was 431 ± 88 mg per dag waarvan 188 ± 63 mg per dag fosfatidylcholine was.

 

De onderzoekers concludeerden dat een hogere inname van fosfatidylcholine geassocieerd is met een lagere kans op dementie en betere cognitieve vaardigheden bij mannen in Oost-Finland.